# #

Persbericht, ondertekend door 11 organisaties: "Kinderen en hun ouders op straat, opnieuw in de steek gelaten door de overheid"

31.05.2016 by Tine

Persbericht van het Platform Kinderen op de vlucht

 

met de steun van

UNICEF België

Samenlevingsopbouw Brussel

Bruxelles laïque

Pigment vzw

netwerk tegen armoede

la CODE – la Coordination des ONG pour les droits de l’enfant

Jesuit Refugee Service (JRS)

INTACT

la Fédération Bruxelloise de l’Union pour le Logement (FéBUL)

Dokters van de Wereld

 

Kinderen en hun ouders op straat, opnieuw in de steek gelaten door de overheid

Brussel, 31.05.2016 – Op 25 april kwam de winteropvang 2015-2016 in Brussel ten einde. Tijdens de afgelopen maand werd een tijdelijke opvang voor gezinnen met minderjarige kinderen twee keer verlengd. Tot vandaag.

Morgen is Samusocial bijgevolg verplicht om meer dan 50 kinderen en hun ouders (overwegend zonder wettig verblijf in België) op straat te zetten.

Het Platform Kinderen op de vlucht klaagt deze onaanvaardbare situatie aan… Gezinnen hadden geen andere keuze dan van dag tot dag te overleven, zonder enige mogelijkheid om te kunnen nadenken over hun toekomst of om oplossingen te bedenken om uit hun moeilijke situatie te geraken. Op minder dan een maand voor het einde van het schooljaar, komen kinderen nu weer op straat terecht.

Het Platform Kinderen op de vlucht ijvert voor het respect van de rechten van alle kinderen, ongeacht hun administratieve en migratiestatus. Het Platform erkent de inspanningen van het Brussels gewest om tijdens de afgelopen maand de noodopvang verder te zetten. Het is echter onmogelijk voor de betrokken families, en de sociale werkers die hen trachten te begeleiden, om duurzame oplossingen te vinden in deze omstandigheden.

Kinderen worden op straat aan allerhande gevaren blootgesteld. Regelmatig naar school gaan wordt zeer moeilijk. Een onaangepaste woonsituatie leidt bovendien vaak tot gezondheidsproblemen voor de kinderen en hun ouders en ligt aan de basis van een hele reeks andere moeilijkheden. Een onzeker leven op straat is dus nooit in het belang van kinderen en heeft een diepe impact op de ontwikkeling en het algemeen welzijn van kinderen en hun ouders.

Het Platform dringt erop aan dat er een structurele oplossing gezocht wordt voor de opvang en begeleiding van gezinnen met kinderen. Volgens de Belgische wet hebben ook kinderen zonder wettig verblijf recht op materiële hulp (opvang) wanneer hun ouders niet in staat zijn in hun onderhoud te voorzien.[1]

Daarnaast is het noodzakelijk om het hele jaar door een structuur te behouden voor de noodopvang van daklozen en meer bepaald voor gezinnen met minderjarige kinderen. Deze structuur voor noodopvang moet toegankelijk zijn voor iedereen die er nood aan heeft; onafhankelijk van hun verblijfsstatuut.

Voor verdere vragen:   Tine Vermeiren (NDL en FR) – 02/210 94 91 – tv@sdj.be

 

Om het persbericht te lezen, zie hier.


[1] Dit recht op materiële hulp is het gevolg van een principearrest van het Grondwettelijk Hof van 22 juli 2003 (toen Arbitragehof). Sindsdien bepaalt het nieuw artikel 57§2 van de organieke wet betreffende het OCMW dat een minderjarige en zijn gezin die onwettig op het grondgebied verblijven, kunnen genieten van een maatschappelijke hulpverlening die beperkt is tot de materiële hulp die nodig is voor de ontwikkeling van het kind. Dit arrest werd omgezet in het Koninklijk Besluit van 24 juni 2004 (gewijzigd door een Koninklijk Besluit van 1 juni 2006).

Aanvankelijk werden deze gezinnen opgevangen in een Fedasil opvangcentrum. In een samenwerkingsakkoord tussen Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken (in mei 2013) werd het recht op materiële hulp (opvang) echter beperkt in tijd tot 30 dagen en de begeleiding uitsluitend afgestemd op terugkeer. Een arrest van de Raad van State van 23.04.2015 annuleerde de beperking van de opvang in tijd. De begeleiding die gezinnen krijgen, blijft naar onze mening echter onvoldoende gericht op een “duurzame oplossing – ofwel door een regularisatie van hun verblijf, ofwel door terugkeer”, zoals voorzien in de wet. Het recht op materiële hulp dat voorzien werd in de wet, werd in de praktijk uitgehold. Sinds het samenwerkingsakkoord doen beduidend minder families beroep op dit recht en kwamen meer en meer families terecht in de daklozenopvang.