NBMV
Verblijf
De keuze van de procedure
Wanneer een minderjarige vreemdeling op Belgisch grondgebied aankomt, bieden zich verschillende verblijfsmogelijkheden aan. Deze mogelijkheden zullen echter variëren in functie van de reden waarvoor de minderjarige naar België kwam.
Al naargelang de situatie kan de minderjarige een asielaanvraag (om het vluchtelingenstatuut of de subsidiaire bescherming te verkrijgen) of een aanvraag tot verblijfsvergunning indienen, hetzij op grond van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980, artikel 9bis (omwille van humanitaire redenen) en artikel 9ter (medische redenen), hetzij in het kader van de NBMV-procedure (wet van 12 september 2011).
Bovendien kunnen andere verblijfsaanvragen, m.n. op grond van een gezinshereniging of als student, ingediend worden.
Er is ook een specifieke verblijfsprocedure voorzien voor slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel (zie 'Mensenhandel').
Er is al veel geschreven over deze verschillende procedures. Om te vermijden dat ze elkaar zouden overlappen, beperken we ons hier tot een korte beschrijving van deze verschillende verblijfsmogelijkheden. Overigens, er zijn hieromtrent zeer goede website te raadplegen, zoals:
- www.kruispuntmi.be van Kruispunt Migratie-integratie;
- www.vluchtelingenwerk.be van Vluchtelingenwerk Vlaanderen.
Asiel en subsidiaire bescherming (internationale bescherming)
Een vreemdeling die zijn land van herkomst ontvlucht en daarheen niet kan terugkeren omdat hij een reëel risico loopt op ernstige schade, kan in ons land asiel aanvragen. Hij zal dan in een asielprocedure stappen. Hij heeft de mogelijkheid om zijn asielaanvraag aan de grens of bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) in te dienen.
Definitie
Een vluchteling is:
Een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan, of uit hoofde van bovengenoemde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan, of uit hoofde van bovengenoemde vrees, niet wil terugkeren.
Het subsidiaire beschermingsstatuut wordt aan iedere vreemdeling, gedefinieerd als vluchteling, toegekend die zich niet kan beroepen op het recht op verblijf wegens medische redenen (op grond van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980) en die gegronde redenen heeft om te geloven dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade bij een terugkeer naar het land van herkomst. Bovendien moet het duidelijk zijn dat hij in het land van herkomst geen bescherming kan of wil inroepen wegens een risico van ernstige schade en dat hij niet ressorteert onder uitsluitingcriteria.
Procedure
De aanvraag tot erkenning van het vluchtelingenstatuut of het subsidiaire beschermingsstatuut wordt in de vorm van een asielaanvraag ingediend. Het gaat dus om een eenmalige procedure, en prioriteit wordt verleend aan het onderzoek van het vluchtelingenstatuut. Indien het Verdrag van Geneve van geen toepassing is, dan wordt de aanvraag vanuit de subsidiaire bescherming onderzocht.
De wet van 12 september 2011: de "NBMV procedure"
De "NBMV procedure" heeft als doel de duurzame oplossing te bepalen voor NBMV die geen asielaanvraag hebben ingediend of waarvan de asielprocedure negatief is afgesloten. De wet definieert de duurzame oplossing als (in orde van prioriteit):
- hetzij de gezinshereniging, overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind van 20 november 1989, in het land waar de ouders zich legaal bevinden;
- hetzij de terugkeer naar het land van herkomst of naar het land waar de NBMV gemachtigd of toegelaten is tot verblijf, met garanties op adequate opvang en verzorging, naargelang zijn leeftijd en zijn graad van zelfstandigheid, hetzij door zijn ouders of andere volwassenen die voor hem zullen zorgen, hetzij door overheidsinstanties of niet-gouvernementele instanties;
- hetzij de machtiging tot verblijf in België, met inachtneming van de bepalingen waarin de wet voorziet;
De aanvraag (eerste aanvraag en de verlengingen) kunnen enkel door de voogd worden aangevraagd. De advocaat of de NBMV kunnen dit niet. Het is het Bureau MINTEH van de Dienst Vreemdelingenzaken die de beslissing neemt.
De volgende elementen moeten in de aanvraag geïntegreerd worden.
- De naam, de voornaam, het telefoonnummer of het GSM-nummer, het faxnummer of e-mail en de gekozen woonplaats van de voogd;
- De naam, de voornaam, de geboorteplaats en de geboortedatum, de nationaliteit, eventueel het dossiernummer van DVZ, de woonstkeuze van de NBMV. en het adres van de NBMV;
- Een kopie van het nationaal paspoort of een gelijkgestelde reistitel. Indien de NBMV niet in het bezit is van een paspoort,verbindt de voogd zich ertoe om de vereiste stappen te ondernemen om de afgifte van dit document te verkrijgen;
- Elk bewijskrachtig document dat de waarachtigheid van de elementen waarnaar in de aanvraag verwezen wordt, aantoont;
- Het adres waarnaar de Minister of diens gemachtigde de oproep voor het verhoor moet sturen.
- De vraag om bijstand van een tolk en de vermelding van de taal;
- De stappen welke de voogd ondernam bij de familieleden en de kennissen in het land van oorsprong of in het gastland en de bekomen resultaten.
Machtiging tot verblijf om humanitaire redenen – artikel 9bis van de wet van 15 december 1980
Op grond van artikel 9bis van de Vreemdelingenwet, kan iedere vreemdeling die in het bezit is van een identiteitsdocument een machtiging tot verblijf, geldig drie maanden en meer, in België aanvragen voor uitzonderlijke omstandigheden. Het betreft de zogenaamde regularisatieprocedure. De machtiging tot verblijf op grond van artikel 9bis is een gunst, geen recht.
Machtiging tot verblijf voor medische redenen – artikel 9ter van de wet van 15 december 1980
De vreemdeling die lijdt aan een ernstige ziekte waarvoor er geen adequate behandeling is in zijn land van herkomst of het land waar hij verblijft, kan een machtiging tot verblijf op grond van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980, geldig drie maanden en meer, aanvragen.
De aanvraag tot machtiging tot verblijf bedoeld in artikel 9ter kan men in indienen wanneer men verblijfsrecht heeft of zonder wettig vrblijf is. Geen enkele buitengewone omstandigheid dient bewezen te worden om de indiening van de aanvraag in België te rechtvaardigen.
Om een machtiging tot verblijf te verkrijgen op grond van medische redenen, moet de gezondheidstoestand van de vreemdeling een zekere ernst vertonen. Meer bepaald moet het een reële risico inhouden, zoals:
- het leven of de fysieke integriteit van de vreemdeling is in gevaar, of
- de vreemdeling een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandeling bij zijn terugkeer naar het land van herkomst.
Een ernstig zieke vreemdeling heeft recht op het medisch verblijf in België, als er in zijn herkomstland of het land waar hij wettelijk verblijft, geen medische zorgen, of dan zeer beperkte, voor zijn ziekte voorhanden zijn, of dat ze, hetzij financieel, hetzij geografisch niet bereikbaar zijn. De beschikbaarheid van de medische behandeling houdt in dat de DVZ ook rekening houdt met de feitelijke, individuele toegankelijkheid van deze medische behandeling. Hierbij gelden ondermeer financiële, etnische, politieke, geografische en veiligheidsfactoren. Bij de beoordeling van de financiële situatie moet de DVZ rekening houden met het al dan niet bestaan van een systeem van sociale zekerheid in het land van herkomst.