Kinderen in gezinnen
Definitie en statistieken
Kinderen in gezinnen
De grote meerderheid van de kinderen die naar België komen doen dit in een gezinsverband. Ze reizen met één of beide ouders en alle of enkele van hun broers en zussen. Men gebruikt courant verschillende termen om deze kinderen te benoemen, die al dan niet wijzen op de procedure die ze doorlopen of de administratieve status die ze hebben: kinderen in gezinnen, gezinnen met minderjarige kinderen, vluchtelingenkinderen, migrantenkinderen, begeleide minderjarigen, enz. Als Platform praten wij over "kinderen in gezinnen" of "begeleide minderjarigen", aangezien dit hun leefkader het beste beschrijft en het onderscheidt maakt tussen hen en zij die zonder ouders in België toekomen (zie 'Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen').
Kinderen in gezinnen met precair verblijf of zonder wettig verblijf
Het verschil tussen (kinderen in) gezinnen met precair verblijf en gezinnen zonder wettig verblijf ligt in een administratief element. In beide gevallen gaat het om een- of tweeoudergezinnen met één of meerdere minderjarige kinderen. Zij die geen geldend verblijfsrecht hebben, noemt men "gezinnen zonder wettig verblijf" (ook wel "begeleide minderjarigen zonder wettig verblijf", "families zonder wettig verblijf met minderjarige kinderen" of een variant hierop). Zij die één of ander tijdelijk verblijfsrecht hebben, noemt men "gezinnen met precair verblijf" (of een variant hierop).
Wie zijn deze gezinnen?
Er is weinig geweten over de gezinnen die zonder wettig verblijf in België leven. Er is weinig tot geen onderzoek gedaan naar hun socio-economische of demografische profielen, hun overlevingsstrategieën, hun migratieparcours, hun migratieproject of hun landen van herkomst. Dat maakt het moeilijk om een volledig profiel te schetsen van deze kwetsbare groep in onze samenleving. Hoewel elk gezin een eigen samenstelling en voorgeschiedenis heeft, kunnen we verschillende groepen identificeren.
Sommigen onder de gezinnen zonder wettig verblijf hadden vroeger een verblijfstitel, maar hebben deze verloren (bvb. omdat hun tijdelijk verblijfsrecht niet verlengd werd of omdat het verlopen is, we spreken dan van ‘overstayers’ waarvan het visum verlopen is). Anderen hebben nooit een verblijf gekregen omdat hun verblijfsaanvragen verworpen werden (bvb. uitgeprocedeerde asielzoekers). Weer anderen hebben juridisch gezien recht op verblijf, maar hebben het om administratieve redenen moeilijk om dit recht te verzilveren (bvb. sommige ouders van Belgische kinderen). Sommigen hebben nooit een verblijfsrecht gekregen, maar kunnen door redenen buiten hun wil om niet terugkeren (de zogenaamde ‘niet-repatrieerbaren’). Anderen hebben dan weer nooit geprobeerd om hun verblijf in orde te brengen.
Zoals gezegd hebben gezinnen in precair verblijf een tijdelijk verblijfsrecht. Er bestaan in België verschillende vormen van tijdelijk verblijf, zoals in het geval van subsidiaire bescherming (A-kaart) of tijdens de verblijfsvergunning die een persoon krijgt tijdens bepaalde verblijfsprocedures (attest van immatriculatie).
De grens tussen beide groepen is soms dun. Een gezin kan haar verblijfsrecht verliezen, bijvoorbeeld wanneer er een negatieve beslissing valt in een verblijfsprocedure of wanneer de subsidiaire bescherming niet verlengd wordt. Gezinnen kunnen dus op verschillende momenten in hun leven tot andere categorieën behoren.
Om hoeveel gezinnen gaat het?
Er is geen eenduidig cijfer over het aantal gezinnen in precair verblijf of zonder wettig verblijf dat op een bepaald moment in België aanwezig is. Dit is het gevolg van:
- het feit dat gezinnen van categorie kunnen veranderen
- gezinnen zonder wettig verblijf per definitie niet terug te vinden zijn in de officiële bevolkingsregisters
- bestaande cijfers steeds een momentopname zijn van bepaalde periodes en/of bepaalde procedures of rechten